EERSTE LEZING: Jesaja 65,1-9
TWEEDE LEZING: Galaten 3,23-29
EVANGELIE: Lucas 8,26-39

22 juniJezus vaart naar de overzijde van het Meer van Tiberias, naar het land van de Gerasenen. Buitenlands gebied is dat, voor Israëlieten een heidense en onreine streek. Toen Jezus aan land stapte, kwam hem vanuit de stad een man tegemoet die door demonen bezeten was. Deze man droeg al geruime tijd geen kleren meer en woonde niet in een huis maar in de rotsgraven. Dus op een onrein stuk land (begraafplaats) in een onrein gebied komt er een man op Jezus af die bezeten is door een onreine geest. En vlak in de buurt loopt ook nog eens een kudde onreine varkens te grazen.

De bekende roman Tirza van Arnon Grunberg gaat over een keurige man die op een dag zijn baan kwijtraakt en dat thuis niet durft te zeggen. Iedere dag gaat hij van huis met zijn koffertje, hij hangt dagen rond op Schiphol en draait uiteindelijk zo door dat hij zijn dochter vermoordt. Absurd. Maar het gebeurt. De grens tussen gek en normaal is vaak maar een stippellijn.

Jezus geneest de man en tenslotte lezen we: de man ging weg en maakte overal in de stad bekend wat Jezus voor hem had gedaan. Jezus zegt: ga vertellen wat God voor je heeft gedaan. Hij gaat vertellen wat Jezus voor hem heeft gedaan. God en Jezus: dat is hetzelfde voor die man. En voor ons ook, zeggen wij in de kerk. En voordat hij één woord had gezegd, zagen de mensen al aan hem wat er met hem was gebeurd. Ze kenden de mens die hij was geweest, ze zagen de mens die hij geworden was: een werkelijk vrij, bevrijd mens. Is dat niet het sterkste en meest geloofwaardige getuigenis dat ook wij kunnen geven, als mens, als christen: dat we in onze levenshouding, in ons gewone doen en laten, uitstralen dat we Christus hebben ontmoet, dat we geraakt zijn en bevrijd door zijn liefde?

Voorganger in deze viering is pastor Frank Beuger.