Viering zondag 29 september
EERSTE LEZING: Numeri 11,24-29
TWEEDE LEZING: Jakobus 4,11-17
EVANGELIE: Marcus 9,38-50
Hoe wilt U aangesproken worden? Hoe wil jij aangesproken worden? Met U of jij?
Als ik die vraag opwerp, doel ik op meer dan alleen fatsoensregels of etiquette in het persoonlijk contact. Het gaat ook om hoe we met elkaar omgaan in groter verband, in de maatschappij van vandaag. Hoe spreken we elkaar aan? Daar is het nodige over te doen. De toon in het maatschappelijk debat. De scheldpartijen en erger op sociale media. Hoe wilt u aangesproken worden? In het evangelie van vandaag gaat het er nogal scherp aan toe. Jezus geeft onderricht, zoals dat zo mooi heet, maar het lijkt meer een strafgericht. Wat zegt Hij? Als je hand je op de verkeerde weg brengt, hak hem af. Als je voet je op het verkeerde pad leidt, zelfde recept. Beter mank naar de hemel dan huppelend naar de hel. Als je oog je verleidt, ruk het uit, beter één oogje in het zeil dan met beide ogen de hel tegemoet.
Wat zijn dat voor uitspraken? Is dat de toon waar we in de kerk van vandaag behoefte aan hebben? Jezus is hier zo scherp is omdat de zaak waar het hem om te doen is dat vraagt. Kiezen voor het Koninkrijk van God vraagt om radicale beslissingen, geen halfbakken compromissen. Als je dan met mensen te maken krijgt die roet in het eten gooien in plaats van zout, mensen die de gelovigen van de goede weg afbrengen, dan kunnen ze maar beter met een molensteen om in zee geworpen worden.
In onze huidige samenleving zijn we er goed in om de verschillen scherp te markeren. Misschien is dat ook eigen aan ons Nederlanders. Er zijn krachten in de politiek en de media die er een belang bij hebben om de verschillen te markeren. Om zich af te zetten, in plaats van de verbinding te zoeken. Het publieke debat verhardt: voorbeelden zijn tot in de Tweede Kamer te geven. Was dat vroeger ook zo? Wat wel van deze tijd is, is de zorg dat we steeds meer van elkaar vervreemden; een samenleving waarin we steeds meer langs elkaar heen leven, ieder in zijn of haar eigen bubbel van eigen gelijk. Het is ook een gevaar dat we in de kerk lopen. Als de kerkgemeenschap een plaats is waar je alleen bevestigd wordt in je eigen gelijk, waar alleen maar ruimte is voor gelijkgestemden, waar de tegenstem ontbreekt, waar we het zo gezellig met elkaar hebben, ons soort mensen, dan is dat ook een manier om de ander buiten te sluiten en van ons te vervreemden.
Zorg dat jullie – Jezus spreekt tot zijn leerlingen – en dat betekent over hun hoofden heen altijd ook tot de kerk – zorg dat jullie het zout in jezelf niet verliezen. Wees scherp, wees kritisch, blijf alert. Zorg dat het geen zouteloze bedoening wordt. Maar ook: bewaar onder elkaar de vrede. Niet de zoete lieve vrede van de mantel der liefde die alles bedekt. Maar de vrede als werkwoord, die voortkomt uit een actieve betrokkenheid en een echte openheid voor elkaar, waarin er altijd meer kan gebeuren dan je vooraf gedacht had en meer mensen mee blijken te doen dan jij had vermoed.
Voorganger in deze viering is pastor Frank Beuger.
Startzondag 15 september
Dit jaar wordt de Startzondag van de OGH gehouden op 15 september om 10 uur bij de Viermarken
Zoals elk jaar starten we na de zomer met een Startzondag. Je zou beter kunnen zeggen een doorstart, omdat we gelukkig nog steeds de hele zomer onze vieringen kunnen houden.
De Startzondag is dit jaar bij de Zorgboerderij de Viermarken, Viermarkenweg 85, 7522LC, Enschede. Het is heel fijn dat we daar de ruimte mogen gebruiken voor onze viering. Als het heel goed weer is, wellicht buiten en anders gewoon binnen.
Na de viering is er gelegenheid voor koffie. Daarna zullen we een wandeling maken, in groepjes, zodat er gelegenheid is om over OGH thema’s door te praten.
We sluiten de Startzondag af met een Barbecue lunch.
Aan deelname zijn geen kosten verbonden, maar wel graag van tevoren opgeven, zodat we weten op hoeveel mensen we mogen rekenen. Opgeven kan na de viering of per mail naar:
Viering zondag 15 september
EERSTE LEZING: Jesaja 45,20-25
TWEEDE LEZING: Jakobus 2,1-18
EVANGELIE: Marcus 9,14-29
Wat een dramatisch verhaal, die gebeurtenissen rondom die arme jongen in het evangelie van vandaag. Wat een leven heeft die knaap gehad tot nu toe. Hij kan niet praten, hij kan niet horen, hij leidt aan heftige epilepsieaanvallen. Tijdens die aanvallen is de jongen in het water terecht gekomen en ook in het vuur. Hij zal daar wel littekens aan hebben overgehouden. En nu zegt Marcus dat deze jongen zijn kwalen te danken heeft aan een boze, onreine geest. Sommige bijbeluitleggers geloven dat niet meer zo. Zij menen dat bezetenheid door boze geesten meer te maken had met het inzicht van de mensen in die tijd. Zo zag men dat nu eenmaal: fysieke klachten werden geestelijk uitgelegd. Maar wij weten het anno 2024 wel beter.
Hoe de jongen uit de geschiedenis onder de invloed van boze geesten is gekomen, vertelt het evangelieverhaal niet. Maar wel het feit dat het zo is. Wat een drama! Wat een machteloos gevoel ook voor die vader. Een mens is nergens zo kwetsbaar als bij een ernstige ziekte van je eigen kind. In die gebrokenheid speelt de geschiedenis van vandaag zich af. En wat een contrast dan als we kijken naar het voorgaande. We hebben het niet gelezen, maar in het voorgaande gedeelte, vlak voor het gebeuren rondom deze zieke jongen heeft de verheerlijking op de berg plaatsgevonden. Boven op die berg had God trots uitgeroepen: Dit is mijn Zoon, de geliefde, hoort naar Hem. Een hemels gebeuren. Met Mozes en Elia, als verpersoonlijking van de wet en de profeten, als getuigen. Tegenover dit hemelse gebeuren staat het aardse gebeuren onder aan de berg. Niks hemel op aarde. Eerder de hel op aarde. Een jongen in de greep van de boze. En zijn vader is machteloos. En nu is hij ten einde raad naar de leerlingen van Jezus gekomen. Misschien dat zij iets kunnen uitrichten.
Gods verhoring van gebeden is niet afhankelijk van de mate van ons geloof, maar of we met ons kleine geloof bij de juiste Persoon komen. Twijfel is niet erg. Ik zal u eerlijk bekennen dat ik heel vaak twijfel of mijn gebeden wel worden verhoord. Ik weet niet altijd wat Gods bedoeling is. Ik weet ook niet altijd zeker of ik de goede beslissingen neem. Het is vaak niet veel meer dan proberen te verstaan wat de wil van God is.
Maar ik ga met die twijfel wel naar de juiste Persoon. Als ik niet naar Hem zou toegaan, dan is dat ongeloof. Ongeloof is heel wat anders dan twijfel. Ongeloof is niet-geloven, of niet-meer-geloven. Twijfel is je afvragen of je het wel bij het goede eind hebt. Twijfel is niet erg. Wie twijfelt zoekt naar antwoorden en kan er juist dankzij die twijfel veel sterker uitkomen. Wie niet gelooft is passief, wie twijfelt is actief.
Voorganger in deze viering is pastor Frank Beuger.
Viering zondag 1 september
EERSTE LEZING: Zacharia 8, 4-8 en 20-23
TWEEDE LEZING: Efeziërs 6, 10-20
EVANGELIE: Marcus 8, 22-26
Hoe vaak gebeurt het niet dat je iets mist? Dat je iets niet gezien hebt? Dat iemand je vertelde hoe hij opzag tegen bijvoorbeeld een aanstaande operatie, maar dat je niet even gebeld of geappt hebt om sterkte te wensen op de dag van de operatie, of niet meteen daarna hebt gebeld?
Als je iets mist of iets niet gezien hebt, dan is het moeilijke ervan dat het niet zo is dat je het niet wist of niet had moeten weten. Ja, je hebt gehoord dat het met hem of haar niet goed gaat en als je dat niet gehoord hebt, dan had je het misschien op een andere manier moeten weten of merken. We hoeven tenslotte niet alles aan elkaar aan te geven, toch? Liefde tussen mensen is niet alleen maar iets voelen voor elkaar, maar ook aanvoelen. En aanvoelen is niet altijd onze sterkste kant.
Jezus bevindt zich te midden van zijn eigen mensen die veel over God gehoord hebben. Maar om de een of andere redenen zien ze het niet. Ze zien de wonderen wel, maar ze zien niet wat ze vertellen over God. Ze zien de wonderen wel, maar ze zien God niet. Natuurlijk kun je God niet zien. Maar je kunt wel zien wat de woorden over God betekenen. Over wat je bijvoorbeeld moet doen. En wanneer het erop aankomt dat je wat doet. Hoe vaak laten we iets niet na waarvan we weten dat we dat moeten doen? Gewoon uit luiheid of onachtzaamheid. Het nu niet belangrijk vinden. Terwijl het voor een ander wel belangrijk is. Of omdat het anders mis gaat.
Voorganger in deze viering is pastor Frank Beuger.
Viering zondag 25 augustus
EERSTE LEZING: 2 Koningen 4,42-44
TWEEDE LEZING: Efeziërs 6,1-9
EVANGELIE: Marcus 8,1-21
In de Bijbel staan verschillende spijzigingsverhalen. Mattheüs, Lucas en Johannes vertellen elk het verhaal en elke evangelist legt daarbij zijn eigen accenten. Vandaag concentreren we ons op Marcus. De verhalen van de andere evangelisten komen het meeste overeen met zijn eerste verhaal over de vijf broden en twee vissen. Het vertelt dat Jezus zijn leerlingen opdraagt om de eindeloze menigte mensen die bij hem gekomen is, te eten te geven. Het zijn er 5000. Jezus voelt medelijden met hen omdat ze lijken op schapen zonder herder. Goed leiderschap ontbreekt in Israël. Het verhaal speelt op een groene heuvel, een omgeving die past bij een ronddolende kudde. De leerlingen hebben vijf broden en twee vissen bij zich. Dit wordt wel uitgelegd als een verwijzing naar de vijf boeken van Mozes en naar de Thora, de twee stenen tafelen met de tien geboden erop. De twaalf manden die over zijn, staan voor de twaalf stammen van Israël. Jezus is als Herder gekomen om Israël te voeden en te leiden. Hij schenkt een overvloed aan leven.
Dat doet Jezus ook in dat andere verhaal, het verhaal dat we vandaag lezen. Nu zijn er 4000 mensen die niet te eten hebben. Ze zijn bij hem gekomen in de woestijn uit alle vier de windstreken. Ook over hen is Jezus met ontferming gewogen. Zijn ontferming geldt niet alleen zijn eigen volk, ook de mensen daarbuiten in de Griekse en Romeinse gebieden. Drie dagen zijn ze bij hem. Een ontroerende verwijzing naar de drie dagen van Pasen. Dan vraagt Jezus zijn leerlingen hoeveel brood ze hebben. Zeven, antwoorden ze. En, voegt Marcus eraan toe, ook een paar visjes. Opvallend: hier geen vijf broden en twee vissen, hier zeven broden, het getal van de volheid. En zie: er blijven ook zeven manden vol over. Genoeg om de hele wereld te voeden. Dit verhaal is grensoverschrijdend. Gods overvloed geldt niet alleen Israël. Wat Hij in Jezus schenkt aan liefde, genade, vergeving en genezing, daaraan mogen alle mensen zich voeden en laven. Door Jezus geeft God ieder mens brood in handen om van te leven.
Ook vandaag delen wij weer brood met elkaar. Geen grote brokken. Een klein stukje, genoeg om van te leven. En we denken aan Jezus, zijn weg en zijn werk, zijn lijden, dood en opstanding. Steeds weer brengen we Jezus in gedachtenis, opdat we niet vergeten en dankbaar Hem met open ogen en open oren volgen. Opdat daarin een overvloed aan leven zichtbaar wordt.
Voorganger in deze viering is pastor Frank Beuger.
Viering zondag 18 augustus
EERSTE LEZING: Jesaja 35, 1-10
TWEEDE LEZING: Efeziërs 5, 15-20
EVANGELIE: Marcus 7, 31-37
De man uit het evangelie van vandaag zit helemaal dicht. Er komt weinig bij hem binnen, want hij was doof en er komt bijna niets uit, praten ging heel erg moeilijk. Als je doof bent kun je het ook moeilijk leren om goed te spreken. Wat zal die man eenzaam zijn geweest. Je verhaal delen lukt niet, open staan naar anderen, lukt niet. Hij zit opgesloten in zichzelf. Alleen.
Je hoeft niet doof te zijn of moeilijk uit je woorden komen om iets van deze man mee te voelen. Je hebt van die mensen die super open zijn, heel makkelijk met iedereen een praatje kunnen maken. Mooi ook als die openheid echt is. Maar als je van nature wat meer gesloten bent, kun je daar jaloers op zijn. Als je je niet zo vlot voelt. Misschien denk je wel eens: ik zou ook wel willen dat ik makkelijker contact maakte. Ik zou ook wel willen dat mensen eens mijn verhaal hoorden. En als dat je om wat voor reden dan ook niet lukt, als je dat mist, raak je soms een beetje opgesloten in jezelf. En dan snap je iets van hoe alleen deze dove man zich voelde.
En wat Jezus dan doet is mooi. Een praatje maken heeft geen zin. Dus Jezus gaat de taal spreken die de dove man wel begrijpt. Die van aanraken en van symbolen. Soms doet een blik, van: hé, ik zie je, zoveel meer dan een stortvloed van woorden. Jezus maakt contact met die man, fysiek, en laat van tevoren merken wat hij gaat doen. Hij raakt zijn oren aan: daar ga ik je mee helpen. Hij raakt zijn tong aan: daar ga ik je mee helpen. En Jezus kijkt demonstratief omhoog: daar komt het vandaan.
Dit verhaal houdt ons een spiegel voor: ik kan wel blij zijn met wat Jezus voor me doet. Ik kan wel zeggen: alles wat hij doet is goed. Wat hij doet voor mij, dat is fijn. Maar doe ik dan ook wat hij zegt? Wil ik luisteren? Of wil ik alleen maar van hem krijgen? Het Woord laat van zich horen. Maar sta ik daar wel voor open?
Soms lijkt het alsof je maar beter doofstom kan zijn. Dan hoor je niet wat God zegt en kun je tenminste ook niks missen. Maar dan zie je ook niet met de bril van God de kansen, de toekomst, de mens in anderen, allemaal mensen die mogen leven in het Koninkrijk van God. Als ze het willen zien.
Voorganger in deze viering is pastor Frank Beuger.
Viering zondag 21 juli
EERSTE LEZING: Jeremia 23,1-6
TWEEDE LEZING: Efeziërs 2,11-22
EVANGELIE: Marcus 6,30-44
De boog kan niet altijd gespannen zijn. En daarom zijn we blij met een paar weken vakantie. Voor sommigen betekent dat lekker uitrusten en niks doen, voor anderen is de waarde van vakantie vooral het niets moeten. Voor de meeste mensen is er letterlijk lege tijd die samen met partner, kinderen of vrienden wordt doorgebracht. Even niet bereikbaar of beschikbaar voor klanten, collega’s, voor patiënten of cliënten, voor leerlingen of burgers. Hoe lief je ze ook hebt, en hoe blij je ook bent met je werk: die “break” heb je nodig. Om letterlijk te re-creëren, op adem te komen.
De apostelen, lezen we bij Marcus, waren kennelijk ook toe aan een adempauze. Ga nu mee naar een eenzame plaats om alleen te zijn een tijdje uit te rusten, zegt Jezus. Hij neemt de apostelen mee op retraite. Mee de woestijn in, staat er letterlijk. Plaats van verlatenheid zonder menselijke bewoning of verkeer. Maar de stilte en verlatenheid die Jezus voor ogen staat, wordt niet bereikt. Want allerlei mensen snellen naar de beoogde plek. Jezus blijft er schijnbaar rustig onder. Hij gaat niet terug in de boot om hard weg te varen. Maar ziet de menigte en voelt diepe bewogenheid met de mensen.
Daar waar de mensen oor hebben voor Gods woord, waar de mensen oog hebben voor elkaar, daar waar de mensen samen zijn in aandacht en rust, daar gebeurt vervolgens het wonder. Misschien moeten we soms het werk maar eens laten rusten en de handen in de schoot leggen; laat Jezus ze vullen. Hij doet ons neerliggen in grazige weiden. Om de rustdag te vieren. En om gesterkt te worden in het vertrouwen, dat wij, in deze wereld, in alle zorgen en strijd geen ijzer met handen kunnen en hoeven te breken.
Voorganger in deze viering is pastor Frank Beuger.
Viering zondag 23 juni
EERSTE LEZING: Job 30, 15-26
TWEEDE LEZING: 2 Korintiërs 5, 14-21
EVANGELIE: Marcus 4, 35-41
Het is een enorm wilde storm. Daar bij dat Meer van Galilea heb je bergen eromheen. En daar kan de wind soms met een rotvaart naar beneden komen. Dat noem je valwinden. Die zwepen dat water op. Dan wordt het in plaats van een rustig meer een woeste zee. En dat overkomt de leerlingen van Jezus. En dan is het opeens heel anders. Dan is het niet meer genieten. De boot hangt helemaal scheef. Het zeil is aan flarden gewaaid. Enorme golven beuken tegen het schip aan. Er komt zoveel water binnen. Eén leerling van Jezus staat met een emmertje te scheppen, maar dat heeft geen zin, want elke keer komen er emmers water tegelijk weer binnen. Als er niks gebeurt, staat de boot onder water en zinken ze naar de bodem. En wie ligt daar te slapen, zelfs letterlijk op één oor? Jezus! Hij slaapt. Terwijl het stormt. Terwijl de wind buldert! Terwijl de golven tegen het schip beuken! Terwijl de boot vol water dreigt te lopen! Hoe kan Jezus dan slapen?
Jezus slaapt. Eigenlijk is dat ook heel mooi. De storm mag dan nog zo tekeergaan, Jezus slaapt. Hij blijft rustig. Omdat Hij weet dat Zijn Vader voor Hem zorgt, omdat de wind en het water uiteindelijk niet sterker zijn dan Hij. Daar vertrouwt Hij op. Hij vertrouwt op zijn hemelse Vader.
En zo komt Hij vanmorgen ook bij ons, bij jou en bij mij. Al gaat de storm tekeer, je hoeft niet bang te zijn. Al gebeuren er verdrietige dingen in je leven. Al maak je wel eens fouten. Al gaat het wel eens helemaal mis. Je hoeft niet bang te zijn. Want Hij houdt van je. En Hij wil je rust geven. Hem mag je vertrouwen. Hij is bij je, elke dag.
Voorganger in deze viering is pastor Frank Beuger.