We lezen uit Mattheüs 11, 2-28.
Johannes de Doper was gevangengenomen door koning Herodes. Hij had gepreekt in de woestijn van Judea. Johannes was een familielid van Jezus. Johannes’ moeder Elisabeth was een nicht van Maria, de moeder van Jezus. Johannes was een zonderling figuur. Hij droeg een jas van kamelenhaar en zijn voedsel bestond uit sprinkhanen en wilde honing. In zijn preken wond hij er geen doekjes om. Hij sprak mensen aan als adderengebroed, riep hen op zich te bekeren. Hij dreigde met het oordeel: de bijl ligt aan de wortel van de boom. Iedere boom die geen vrucht draagt wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen. Mensen die zich aangesproken wisten door zijn preken werden gedoopt in de Jordaan. Ook Jezus werd door Johannes gedoopt. Maar nu zit Johannes in de gevangenis. Hij had het lef gehad koning Herodes te bekritiseren, omdat Herodes de vrouw van zijn broer had afgenomen. En daar in de gevangenis grijpt de twijfel Johannes aan. Heb ik het allemaal wel goed begrepen? Is Jezus nu degene die komen zou, of moet er nog meer gebeuren?
Hoe is het mogelijk? Johannes, de voorloper van de Messias, twijfelt. Hij was notabene degene die bij de doop van Jezus de Heilige Geest in de gedaante van een duif had zien neerkomen. Hij had de stem gehoord uit de hemel: Dit is mijn Zoon, de geliefde, in wie Ik een welbehagen heb, luistert naar Hem. Hoe kan Johannes nu twijfelen? Waarschijnlijk heeft Johannes zijn eigen Boodschap van oordeel niet kunnen rijmen met wat hij van Jezus hoorde. Johannes had waarschijnlijk wat anders verwacht. Daarom stuurt hij een paar van zijn discipelen naar Jezus om navraag te doen. En dan dat antwoord van Jezus: blinden worden ziende, lammen wandelen, melaatsen worden gereinigd en doven horen, doden worden opgewekt, en armen horen het evangelie.
Jezus prijst de zachtmoedigheid van Johannes. Om zachtmoedig te worden moet je niet alleen van Jezus leren, maar ook tot Hem komen. Kom tot Mij, als je vermoeid en belast bent en Ik zal je rust geven. Kom maar, zegt Jezus: houd maar op met knokken en vechten voor je eigen gelijk. Breng het maar allemaal bij Mij. Laat Mij het van je overnemen. Dan zul je ontdekken hoe bevrijdend dat is. Dat geeft rust. Ik hoor wel eens mensen zeggen dat ze graag rust willen in de kerk en in de maatschappij. Als we daar mee bedoelen dat het een dooie boel wordt, dan voel ik daar niet zoveel voor. Maar als we bedoelen dat we vanuit de rust die Christus wil geven samen mogen leven, dan verlang ik daar ook naar. Die rust spreekt van vrede met God en vrede met elkaar. Die rust spreekt van liefde, liefde voor God en liefde voor elkaar.
Voorganger in deze viering is pastor Frank Beuger.