ASWOENSDAG
Wij beginnen vandaag de veertig dagen op weg naar Pasen als mensen die als stof uit de aarde zijn ontstaan en bij de asoplegging wordt er nog aan toegevoegd ‘en tot stof zul je wederkeren’. Zo sterfelijk zijn wij als een windvleugje, een bloem die verwelkt. Wij hebben dus niets om ons op te laten voorstaan. Voor je het weet is er het einde. Waarom ons dan zo nodig laten gelden, hakken in het zand zetten en rechten opeisen, spelen met het leven van anderen alsof je heer en meester bent van het bestaan. Stof zijn wij en niet meer. Maar dat hoopje niets heeft God zijn adem ingeblazen om er een levende mens van te maken, geroepen om te leven, geroepen om leven te geven en leven te hoeden.
Wij beginnen een reis van veertig dagen op weg naar Pasen. En Jezus zelf geeft ons vandaag in het evangelie het gereedschap voor de tocht. Aalmoezen, bidden en vasten, die drie. Hij heeft ze zelf gebruikt en hij heeft ons metterdaad getoond hoe effectief ze zijn. Het gebed vormt het hart van de drie. Wij laten er ons vormen en bezielen door de Geest die ons maakt tot mensen van God. Mensen geroepen om het leven met anderen te delen, om te geven en vergeven zoals ons door God elke dag weer gegeven en vergeven wordt. Uit die vergeving leven wij en uit die vergeving putten wij om anderen leven te geven, zeventigmaal zevenmaal. En dan dat ander instrument, het vasten. Dat is meer dan een afslankcursus, tenzij wij het verstaan als een oefening om ons te bekeren van onze overdaad tot vrijgevigheid en mededeelzaamheid, maar boven al is het een middel om ons te oefenen in een innerlijke houding waar wij niet onszelf met zijn begeertes en verlangens in het midden plaatsen, maar waar wij leren leven als mensen met een zuiver hart. En zo wordt de aalmoes geen duit in het zakje, maar de gave van onszelf.
Voorganger in deze viering is pastor Frank Beuger.