TWEEDE ZONDAG VEERTIGDAGENTIJD
EERSTE LEZING: 1 Koningen 19, 9-18
TWEEDE LEZING: Petrus 1, 16-21
EVANGELIE: Marcus 9, 2-10
Vandaag zijn we met Jezus en zijn drie meest intieme vrienden op een hoge berg.
Ook al begrijp je misschien dit wonderlijke verhaal niet meteen, iedereen voelt wel aan dat hier iets belangrijks wordt verteld. De helderwitte uitstraling van Jezus die voor de ogen van de verbaasde leerlingen van gedaante verandert. De stem die uit de wolk klinkt: dit is mijn geliefde Zoon. Het is allemaal van een bijzondere lading.
Zien. Soms. Even.
Geloven is vaker niet dan wel, zien. We herkennen het verlangen van Petrus om dit bijzondere moment vast te houden. Natuurlijk, het is wat knullig, dat voorstel met die drie tenten, hij lijkt het zelf te beseffen, maar toch: je zou zo graag die momenten van zien, van inzicht en onthulling, die piekmomenten vast willen houden. Maar het geloof is geen bezit. Het is meer verlangen.
Ik heb ooit eens een monnik gesproken die zijn hele leven lang in het klooster had geleefd en daar aan de dagelijkse gebeden had meegedaan. Hij vertelde dat hij in al die jaren twee of drie keer iets van Gods nabijheid had gemerkt. Zes keer op een dag naar de kapel voor het getijdengebed en dan maar een enkele keer zoiets als een godservaring. Maar wat nog de meeste indruk op mij maakte was dat hij daar geen enkel probleem mee had. Je bidt niet om God te ervaren, als dat gebeurt is dat mooi meegenomen. Maar je bidt uit verlangen naar … God, naar het goede, naar dat alles samenvalt en klopt en soms, heel soms, ervaar je dat, even. En dat is genoeg. Het verlangen zelf is al geloof.
Het verhaal van vanmorgen gunt ons een blik op de hemelse heerlijkheid, op het goede leven, waar het licht is, oogverblindend licht. Dat is niet iets voor straks, maar dat mag je nu al met je meedragen. Het staat niet voor niets, midden in het evangelie, midden in het leven.
Maar je moet ook nuchter constateren, dat we niet op de berg kunnen blijven.
Want zo is het leven. En zo is ons geloof. Niet op de berg, niet met het hoofd in de wolken, maar gewoon, tussen de mensen, met de benen op de grond. Maar als je even die glimp hebt opgevangen, dan is dat laag-bij-de-grondse nooit meer hetzelfde. Dan krijgt alles van het gewone leven een bijzondere glans. Dan weet je, diep vanbinnen, dat wij niet voor de grijsheid en de grauwheid zijn bestemd, maar voor het licht.
Voorganger in deze viering is pastor Frank Beuger.