EERSTE LEZING: Exodus 3, 1-6
TWEEDE LEZING: Romeinen 8, 12-17
EVANGELIE: Johannes 3, 1-16
Het verhaal van vandaag speelt zich af tijdens het feest van Pesach. Dit nachtelijk bezoek van Nicodemus aan zijn collega Schriftgeleerde, Jezus, verwijst zo naar al die andere nachtelijke verhalen in de Bijbel. En het wijst ook vooruit. Vooruit naar dat andere Pasen, naar de nacht waarin Jezus wordt gearresteerd en vooruit naar het sterven van Jezus, waarop het midden op de dag opeens volledig donker wordt.
Het duister van het nachtelijk bezoek van Nicodemus past bij de stemming waarin Nicodemus verkeert. Het gaat er niet om of het nacht is en donker buiten het op straat. Het gaat erom dat het nacht en donker in zijn hoofd is. Nicodemus begrijpt er niets meer van. Hij verlangt naar de morgen, maar het is nog nacht in zijn hoofd. Hij verlangt naar het licht, maar het is nog donker. Hij leeft in een wereld waarin zijn land bezet is door de Romeinen. Waarin mensen hun geloof kwijtraken door de starre orthodoxie, waarin de liefde door alle religieuze regels ver te zoeken is. Nicodemus zoekt een uitweg. En hij krijgt een uitweg van Jezus, maar wat voor een?! Hij moet opnieuw geboren worden. “Huh?”, hoor je Nicodemus denken, “Opnieuw geboren worden?” Hij begrijpt er niets van. De nacht in zijn hoofd maakt het onmogelijk. Hij ziet het niet.
Alleen wie opnieuw geboren wordt, uit water en uit Geest, kan het koninkrijk van God zien. Het gaat om overgave. Om delen. Om leven uit de Geest. Om licht ook. En ontdekken wat er echt toe doet in het leven. Dat is geen optelsom. Dat is geen rationele afweging. Dat is je laten leiden door de heilige Geest. In vuur en vlam komen te staan. Dat is liefde ervaren, ontvangen en geven. Leven in het licht en de nacht achter je laten. Het is je handen openen en brood en wijn ontvangen. Brood uit de hemel, wijn uit liefde geschonken.
Voorganger in deze viering is pastor Frank Beuger.