Viering zondag 26 november
EERSTE LEZING: Daniël 12, 1-4
TWEEDE LEZING: 1 Thessalonicenzen 5, 1-11
EVANGELIE: Mattheüs 24, 14-35
Op het eerste gehoor zijn het dreigende beelden die volgens oude traditie klinken op de laatste zondag van het kerkelijk jaar. De beelden van het laatste oordeel. Beelden die in de geschiedenis van de kerk, en misschien ook wel in onze eigen geschiedenis, voor de nodige angst hebben gezorgd. Het laatste oordeel is in handen van de kerk al te vaak een zeer bruikbaar middel gebleken om mensen er onder te houden, om gehoorzaamheid af te dwingen, nederigheid, kleinheid, uit pure angst. Terwijl de teksten oorspronkelijk juist zo anders zullen zijn bedoeld. Want de ‘gruwel der verwoesting’ die Mattheüs beschrijft maakt hij zelf mee. De apocalyptische teksten van de Bijbel zijn geen voorspelling van een toekomst ooit... nee, ze beschrijven wat de lezers en schrijvers van die dagen aan den lijve mee maakten. De Evangeliën zijn geschreven ten tijde van de grote Joodse opstanden. De tempel werd door de Romeinen verwoest en niet veel later zou heel Jeruzalem goeddeels datzelfde lot beschoren zijn. Dáárover schrijft Mattheüs. Het is beeldtaal, waarin hij zijn lezers oproept: hou vol! Hou vol, durf het goede te kiezen... want dit is het einde niet.
Dát is de profetische kracht van deze teksten. Ze willen niet het einde voorspellen - dat is geen kunst, dat komt élke tijd weer. Deze teksten voorspellen juist dat het einde het einde niet is. De gruwel der verwoesting die wij meemaken, zegt Mattheüs, is de boeggolf van een nieuwe tijd die komt, Gods nieuwe tijd. Wees dus níet bang! - Precies het omgekeerde dus van wat mensen er vaak in hebben gelezen. Het Evangelie wil in diepste wezen niet vertellen van een straffende God, maar juist van een vergevende God.
God is erbij, ook in het einde, juist in het einde. Het echte einde is, dat Hij zelf op ons toekomt, dat Hij zelf onze toekomst is. Dat is wat Advent in het Latijn betekent.
Voorganger in deze viering is pastor Frank Beuger.
Viering zondag 12 november
EERSTE LEZING: Jesaja 48, 17-21
TWEEDE LEZING: 1 Thessalonicenzen 4, 1-8
EVANGELIE: Mattheüs 25, 14-30
Het eerste waar je aan denkt bij die overbekende gelijkenis van de talenten is dat we vooral de handen uit de mouwen moeten steken. Aan de slag, help mee, maak werk van je geloof, bouw mee aan de gemeenschap. Zet je talenten in. Want daar gaat het toch over in deze gelijkenis, talenten, nou dan..... Laten we er serieus werk van maken. Geen genoegen nemen met een zesje, we gaan voor een acht. Tja en wie niet meedoet heeft geen best vooruitzicht. Kijk maar naar die luie slaaf, geween en tandengeknars, daar loopt zijn luiheid op uit.
Alle knechten in dit verhaal krijgen het beheer over een behoorlijk kapitaal. Het laat zien dat de heer die naar het buitenland vertrekt een enorm vertrouwen heeft in zijn knechten. In alle drie. Het laat ook zien dat de heer niet meer van zijn knechten vraagt dan dat zij aankunnen. Ieder krijgt talenten naar wat hij aankan. De heer overvraagt zijn knechten niet, en hij onderwaardeert ze ook niet. Als de dienaar die één talent krijgt er vijf had gekregen was hij doodongelukkig geweest. Hij zou niet in staat zijn geweest om zoveel geld te beheren. En andersom zou de dienaar die vijf talenten krijgt geen voldoening hebben gehad in het werken met het ene talent. Hij zou er wel vijf aankunnen.
Door betrokken te zijn bij het werk in Gods Koninkrijk en je in te spannen voor de gemeenschap van Christus komen er als vanzelf bekwaamheden bovendrijven. De één dit, de ander dat. Heel verschillende gaven, maar wel gaven die ingezet mogen worden voor de ander. Gaven die je ontvangen hebt om te gebruiken voor de opbouw van de gemeenschap, tot welzijn van anderen. Om te dienen, om Christus te verheerlijken en niet voor je eigen eer.
Voorganger in deze viering is pastor Frank Beuger.
Viering zondag 24 september
EERSTE LEZING: Jona 3, 10-4,11
TWEEDE LEZING: Filippenzen 1, 21-27
EVANGELIE: Mattheüs 20, 1-16
Vandaag horen we in het evangelie dat het hemels koninkrijk lijkt op een man, die een wijngaard had. En die man had dringend personeel nodig. Want het was tijd voor de oogst. Tijdens het seizoen had een wijnboer veel dagloners nodig. De druiven moesten worden geoogst. Ze moesten worden geperst. En de wijnvaten moesten worden gevuld. Werk genoeg dus. Hij gaat daarom vroeg naar de markt. Zes uur in de ochtend, als de zon net op is. Als je werk zocht, ging je naar de markt om daar je diensten aan te bieden. En als je arbeiders zocht, zocht je dus daar. De markt was een soort uitzendbureau. Daar werden de contracten gesloten. De man huurt iedereen die hij maar kan krijgen. En hij maakt een afspraak: een denarie per dag. Daarvan kon je je gezin ruim te eten geven. Het was dus goed betaald. De arbeiders zullen tevreden zijn. Een dag hard werken, maar de beloning is er dan ook naar.
Viering zondag 17 september
EERSTE LEZING: Exodus 32, 7-14
TWEEDE LEZING: Romeinen 14, 5b-12
EVANGELIE: Mattheüs 18, 21-35
Petrus kwam bij Jezus met een vraag: Heer, hoeveel keer zal mijn broeder tegen mij zondigen en zal ik hem vergeven? Ik mag hem wel, die Petrus. En volgens mij ben ik niet de enige. Als je aan mensen vraagt in welke persoon in de Bijbel zij zich het meest herkennen dan valt heel vaak de naam van deze Simon Petrus. Hoe komt dat nou? Ik vermoed dat ik het wel weet. Als er iemand is in de Bijbel die de ene blunder na de andere maakt, dan is het deze Petrus wel. En toch gaan die blunders van Petrus gepaard met een spontaan geloofsleven. En dat spreekt mensen aan.
Petrus is niet de superchristen bij wie nooit iets fout gaat. Hij is geen perfecte gelovige wiens relatie met God altijd top is en die elke verleiding tot zonde in de kracht van de Geest weet te weerstaan. Zulke christenen kunnen jou het gevoel geven dat een stabiel geestelijk geloofsleven voor jou toch niet haalbaar zal zijn. Nou, geef me dan die Petrus maar. Je ziet bij Petrus wat je ook vaak bij je eigen karaktertrekken ziet: wat je kracht is, is ook je zwakte. Je spontaniteit is op zich een mooie eigenschap, maar het kan er ook de oorzaak van zijn dat je er te veel uitflapt. Nou, dat spontane, impulsieve maakt hem zo heerlijk herkenbaar en we zien dat bij Petrus duidelijk meer dan bij de andere apostelen.
Jezus vertelt een gelijkenis. Weet je hoe het in Mijn Koninkrijk toegaat? Ik zal het je vertellen. Een slaaf had een enorme schuld opgebouwd. Een mensenleven zou te kort zijn om het bedrag weer bij elkaar te verdienen, zoveel. Zijn meester zag maar één mogelijkheid om zijn vermogen terug te krijgen. De slaaf, zijn vrouw en kinderen en al hun bezittingen verkopen. De slaaf buigt zich diep in het stof. Hij smeekt om uitstel. Hoewel hij onmogelijk in staat is om het bedrag terug te betalen belooft hij er alles aan te doen om zijn schuld af te lossen. En dan het wonderlijke: de meester krijgt medelijden en scheldt hem de schuld kwijt.
Zo gaat het in het Koninkrijk. Zo is onze God. Zo met ontferming bewogen. Letterlijk betekent ontferming zoiets als ‘pijn in de buik hebben’. God is een God van vergeving die ontelbaar keren vergeeft. Een God die je nieuwe kansen geeft, een nieuwe start. Als Jezus zijn opdracht samenvat zegt Hij dit: Ik ben gekomen om het verlorene te zoeken en te redden. Jezus komst naar de aarde heeft alles te maken met dat vaderhart van God dat klopt voor iedereen die hopeloos in de schuld bij Hem staat.
Voorganger in deze viering is pastor Frank Beuger.
Viering zondag 10 september
STARTZONDAG
EERSTE LEZING: Ezechiël 33, 7-11
TWEEDE LEZING: Romeinen 12, 9-21
EVANGELIE: Mattheüs 18, 15-20
Vandaag, op startzondag, staat in het evangelie de kracht van de gemeenschap centraal. We horen Jezus zeggen: waar twee of drie in mijn naam samen zijn, ben ik in hun midden. En daar zit een grote bemoediging in. De kracht van de gemeenschap doet zich allereerst gelden als er problemen zijn. Dat geldt op allerlei gebied, en ook in de kerk. Maar het speelt overal en iedereen van ons weet dat: in je gezin of relatie, in de familie. Als er problemen zijn of conflicten, dan blijkt pas wat de kracht van de onderlinge band is, of die het houdt, of je het uithoudt met elkaar. En dat dus ook in de kerk, de gemeenschap van de Heer.
De kracht van de gemeenschap blijkt in het gewone alledaagse omgaan met elkaar. Is daar ruimte om het over wezenlijke dingen te hebben, of houden we het liever vriendelijk en oppervlakkig? Is er een klimaat van veiligheid, van echte betrokkenheid op elkaar?
Waar twee of drie bijeen zijn, … daar begint het mee. Als er maar twee mensen zijn, die dat goede nieuws met elkaar delen, en ze halen er een derde bij, dan is er al kerk, dan ontstaat al gemeenschap. Dan is er een patroon gevormd, dat zich eindeloos kan herhalen, delen en vermenigvuldigen. Dat is het mechanisme van de kerk, van de uitdijende gemeenschap, en dat is wereldwijd gaande tot op vandaag.
Wanneer twee mensen samen zijn en er komt een derde bij, dan zien we het evangelie aan het werk. De boodschap van leven, van vrijheid, van Gods genadige liefde, wordt gedeeld en vermenigvuldigd. Aanstekelijk. Het lopend vuurtje van de Geest. Dát is de bemoediging die er van deze uitspraak uitgaat. Ik ben erbij, zegt Jezus.
Voorganger in deze viering is pastor Frank Beuger.
Viering zondag 20 augustus
Jesaja 56, 1-7
Romeinen 11, 13-24
Mattheüs 15, 21-28
Vandaag overdenken we het verhaal over de ontmoeting tussen Jezus en zomaar een vrouw, waarvan gezegd wordt dat ze een groot geloof heeft. Wat betekent dat precies, een groot geloof? En wanneer kun je dat van iemand zeggen, of van je zelf, dat je een groot geloof hebt?
Gezien het verhaal zou je denken dat een groot geloof te maken heeft met hardnekkig volhouden. Want dat doet deze vrouw. Ze laat zich niet afschepen.
Als Jezus in haar dorp komt, roept zij hem toe: Heb medelijden. Ze heeft een zieke dochter. Wat heet: het kind wordt vreselijk gekweld door een demon. Wat dat ook geweest mag zijn, haar dochter is in de ban van het kwaad, en de moeder heeft kennelijk gehoord dat deze Jezus die nu in hun dorp langskomt geneeskrachtige gaven heeft,
Zij roept. Jezus zwijgt. Er staat zelfs: hij keurde haar geen woord waardig.
Hard. Onnodig hard en ook niet iets wat je van Jezus verwacht. De vrouw geeft niet op. Wat heeft ze te verliezen? Het gaat immers om haar dochtertje.
Pas na hardnekkig volhouden van deze naamloze vrouw, reageert Jezus zoals we gehoord hebben: Uw geloof is groot. Wat u verlangt zal ook gebeuren – en de dochter is datzelfde moment genezen.
Uw geloof is groot. Dat zegt Jezus niet omdat hij niet anders kan, maar ook omdat hij het wil. Hoe dubieus Jezus’ houding eerst ook is, zijn royale compliment aan het einde is van harte gemeend. Hij erkent in haar zijn meerdere. Groot is uw geloof. Je bent een sterke vrouw. Sterk in je vasthoudendheid. In de niet aflatende inzet voor haar zieke dochter. Niet te beroerd om zich te laten vernederen, niet uit slaafse onderworpenheid, maar vanuit een innerlijke kracht. En dat is wat anders.
Voorganger in deze viering is pastor Frank Beuger.
Viering zondag 23 juli
Jesaja 40, 12-25
Romeinen 8, 18-25
Mattheüs 13, 24-30 en 36-43
Jezus gebruikt in het evangelie van deze zondag een heel alledaags beeld. Een zaaier die goed zaad zaait in een akker. Alleen gebeurt er iets wat de mensen niet doorhebben. De vijand komt en zaait onkruid tussen het goede zaad. Als na verloop van tijd beide soorten zaad ontkiemen en de plantjes gaan groeien, komt dit aan het licht.
De dienstknechten begrijpen er niets van. Hoe kan dit? De zaaier blijkt het wel te weten. Als de knechten het horen, willen ze meteen tot actie overgaan. Uitrukken dat onkruid! Maar de zaaier wil wat anders. Als zijn knechten nu al aan het werk gaan, is het gevaar groot dat ze met het onkruid tegelijk ook de goede planten zullen uitrukken. Daarom zegt de zaaier dat de knechten moeten wachten tot de tijd van de oogst. Dan zal pas werkelijk scherp te onderscheiden zijn tussen wat uit goed zaad komt en wat onkruid is. Pas dán vindt de grote scheiding plaats. Onkruid verdwijnt in het vuur en tarwe wordt verzameld in de schuur.
Jezus zelf is de zaaier en de akker is de wereld. Dat is de plek waar door Zijn woord ‘goed zaad’ gaat groeien. Zij die door het horen van Gods Woord tot levende leden van de kerk van Christus geworden zijn zullen later, in het Koninkrijk van de Vader, blinken als de zon. Maar zolang ze nog in deze wereld zijn, is er ook bij hen nog veel overeenkomst met onkruid. Ze zijn niet zonder zonden, dat zal pas in de hemel zo zijn. Het onderscheid is niet altijd zo scherp te maken.
Vooruitgrijpen op dat laatste oordeel, als wij dus willen bepalen of iemand wel of geen kind van God is, zou er wel eens voor kunnen zorgen dat we met het verkeerde ook het goede uitrukken, een verkeerde conclusie trekken dus.
Voorganger in deze viering is pastor Frank Beuger
Startzondag 10 september
10 september is de Startzondag. Graag nodigt de Raad van de OGH u uit om op 10 september na de viering te blijven voor een gezamenlijke koffie.
Daarna gaan we een informele activiteit doen in de buurt van het Theater van Mediant. Waarna we afsluiten met een lunch.
Het inschrijfformulier hiervoor zal vanaf half augustus na de viering liggen. Graag weten we hoeveel mensen er komen, i.v.m. de lunch.