Viering zondag 25 augustus
EERSTE LEZING: 2 Koningen 4,42-44
TWEEDE LEZING: Efeziërs 6,1-9
EVANGELIE: Marcus 8,1-21
In de Bijbel staan verschillende spijzigingsverhalen. Mattheüs, Lucas en Johannes vertellen elk het verhaal en elke evangelist legt daarbij zijn eigen accenten. Vandaag concentreren we ons op Marcus. De verhalen van de andere evangelisten komen het meeste overeen met zijn eerste verhaal over de vijf broden en twee vissen. Het vertelt dat Jezus zijn leerlingen opdraagt om de eindeloze menigte mensen die bij hem gekomen is, te eten te geven. Het zijn er 5000. Jezus voelt medelijden met hen omdat ze lijken op schapen zonder herder. Goed leiderschap ontbreekt in Israël. Het verhaal speelt op een groene heuvel, een omgeving die past bij een ronddolende kudde. De leerlingen hebben vijf broden en twee vissen bij zich. Dit wordt wel uitgelegd als een verwijzing naar de vijf boeken van Mozes en naar de Thora, de twee stenen tafelen met de tien geboden erop. De twaalf manden die over zijn, staan voor de twaalf stammen van Israël. Jezus is als Herder gekomen om Israël te voeden en te leiden. Hij schenkt een overvloed aan leven.
Dat doet Jezus ook in dat andere verhaal, het verhaal dat we vandaag lezen. Nu zijn er 4000 mensen die niet te eten hebben. Ze zijn bij hem gekomen in de woestijn uit alle vier de windstreken. Ook over hen is Jezus met ontferming gewogen. Zijn ontferming geldt niet alleen zijn eigen volk, ook de mensen daarbuiten in de Griekse en Romeinse gebieden. Drie dagen zijn ze bij hem. Een ontroerende verwijzing naar de drie dagen van Pasen. Dan vraagt Jezus zijn leerlingen hoeveel brood ze hebben. Zeven, antwoorden ze. En, voegt Marcus eraan toe, ook een paar visjes. Opvallend: hier geen vijf broden en twee vissen, hier zeven broden, het getal van de volheid. En zie: er blijven ook zeven manden vol over. Genoeg om de hele wereld te voeden. Dit verhaal is grensoverschrijdend. Gods overvloed geldt niet alleen Israël. Wat Hij in Jezus schenkt aan liefde, genade, vergeving en genezing, daaraan mogen alle mensen zich voeden en laven. Door Jezus geeft God ieder mens brood in handen om van te leven.
Ook vandaag delen wij weer brood met elkaar. Geen grote brokken. Een klein stukje, genoeg om van te leven. En we denken aan Jezus, zijn weg en zijn werk, zijn lijden, dood en opstanding. Steeds weer brengen we Jezus in gedachtenis, opdat we niet vergeten en dankbaar Hem met open ogen en open oren volgen. Opdat daarin een overvloed aan leven zichtbaar wordt.
Voorganger in deze viering is pastor Frank Beuger.
Viering zondag 18 augustus
EERSTE LEZING: Jesaja 35, 1-10
TWEEDE LEZING: Efeziërs 5, 15-20
EVANGELIE: Marcus 7, 31-37
De man uit het evangelie van vandaag zit helemaal dicht. Er komt weinig bij hem binnen, want hij was doof en er komt bijna niets uit, praten ging heel erg moeilijk. Als je doof bent kun je het ook moeilijk leren om goed te spreken. Wat zal die man eenzaam zijn geweest. Je verhaal delen lukt niet, open staan naar anderen, lukt niet. Hij zit opgesloten in zichzelf. Alleen.
Je hoeft niet doof te zijn of moeilijk uit je woorden komen om iets van deze man mee te voelen. Je hebt van die mensen die super open zijn, heel makkelijk met iedereen een praatje kunnen maken. Mooi ook als die openheid echt is. Maar als je van nature wat meer gesloten bent, kun je daar jaloers op zijn. Als je je niet zo vlot voelt. Misschien denk je wel eens: ik zou ook wel willen dat ik makkelijker contact maakte. Ik zou ook wel willen dat mensen eens mijn verhaal hoorden. En als dat je om wat voor reden dan ook niet lukt, als je dat mist, raak je soms een beetje opgesloten in jezelf. En dan snap je iets van hoe alleen deze dove man zich voelde.
En wat Jezus dan doet is mooi. Een praatje maken heeft geen zin. Dus Jezus gaat de taal spreken die de dove man wel begrijpt. Die van aanraken en van symbolen. Soms doet een blik, van: hé, ik zie je, zoveel meer dan een stortvloed van woorden. Jezus maakt contact met die man, fysiek, en laat van tevoren merken wat hij gaat doen. Hij raakt zijn oren aan: daar ga ik je mee helpen. Hij raakt zijn tong aan: daar ga ik je mee helpen. En Jezus kijkt demonstratief omhoog: daar komt het vandaan.
Dit verhaal houdt ons een spiegel voor: ik kan wel blij zijn met wat Jezus voor me doet. Ik kan wel zeggen: alles wat hij doet is goed. Wat hij doet voor mij, dat is fijn. Maar doe ik dan ook wat hij zegt? Wil ik luisteren? Of wil ik alleen maar van hem krijgen? Het Woord laat van zich horen. Maar sta ik daar wel voor open?
Soms lijkt het alsof je maar beter doofstom kan zijn. Dan hoor je niet wat God zegt en kun je tenminste ook niks missen. Maar dan zie je ook niet met de bril van God de kansen, de toekomst, de mens in anderen, allemaal mensen die mogen leven in het Koninkrijk van God. Als ze het willen zien.
Voorganger in deze viering is pastor Frank Beuger.
Viering zondag 21 juli
EERSTE LEZING: Jeremia 23,1-6
TWEEDE LEZING: Efeziërs 2,11-22
EVANGELIE: Marcus 6,30-44
De boog kan niet altijd gespannen zijn. En daarom zijn we blij met een paar weken vakantie. Voor sommigen betekent dat lekker uitrusten en niks doen, voor anderen is de waarde van vakantie vooral het niets moeten. Voor de meeste mensen is er letterlijk lege tijd die samen met partner, kinderen of vrienden wordt doorgebracht. Even niet bereikbaar of beschikbaar voor klanten, collega’s, voor patiënten of cliënten, voor leerlingen of burgers. Hoe lief je ze ook hebt, en hoe blij je ook bent met je werk: die “break” heb je nodig. Om letterlijk te re-creëren, op adem te komen.
De apostelen, lezen we bij Marcus, waren kennelijk ook toe aan een adempauze. Ga nu mee naar een eenzame plaats om alleen te zijn een tijdje uit te rusten, zegt Jezus. Hij neemt de apostelen mee op retraite. Mee de woestijn in, staat er letterlijk. Plaats van verlatenheid zonder menselijke bewoning of verkeer. Maar de stilte en verlatenheid die Jezus voor ogen staat, wordt niet bereikt. Want allerlei mensen snellen naar de beoogde plek. Jezus blijft er schijnbaar rustig onder. Hij gaat niet terug in de boot om hard weg te varen. Maar ziet de menigte en voelt diepe bewogenheid met de mensen.
Daar waar de mensen oor hebben voor Gods woord, waar de mensen oog hebben voor elkaar, daar waar de mensen samen zijn in aandacht en rust, daar gebeurt vervolgens het wonder. Misschien moeten we soms het werk maar eens laten rusten en de handen in de schoot leggen; laat Jezus ze vullen. Hij doet ons neerliggen in grazige weiden. Om de rustdag te vieren. En om gesterkt te worden in het vertrouwen, dat wij, in deze wereld, in alle zorgen en strijd geen ijzer met handen kunnen en hoeven te breken.
Voorganger in deze viering is pastor Frank Beuger.
Viering zondag 23 juni
EERSTE LEZING: Job 30, 15-26
TWEEDE LEZING: 2 Korintiërs 5, 14-21
EVANGELIE: Marcus 4, 35-41
Het is een enorm wilde storm. Daar bij dat Meer van Galilea heb je bergen eromheen. En daar kan de wind soms met een rotvaart naar beneden komen. Dat noem je valwinden. Die zwepen dat water op. Dan wordt het in plaats van een rustig meer een woeste zee. En dat overkomt de leerlingen van Jezus. En dan is het opeens heel anders. Dan is het niet meer genieten. De boot hangt helemaal scheef. Het zeil is aan flarden gewaaid. Enorme golven beuken tegen het schip aan. Er komt zoveel water binnen. Eén leerling van Jezus staat met een emmertje te scheppen, maar dat heeft geen zin, want elke keer komen er emmers water tegelijk weer binnen. Als er niks gebeurt, staat de boot onder water en zinken ze naar de bodem. En wie ligt daar te slapen, zelfs letterlijk op één oor? Jezus! Hij slaapt. Terwijl het stormt. Terwijl de wind buldert! Terwijl de golven tegen het schip beuken! Terwijl de boot vol water dreigt te lopen! Hoe kan Jezus dan slapen?
Jezus slaapt. Eigenlijk is dat ook heel mooi. De storm mag dan nog zo tekeergaan, Jezus slaapt. Hij blijft rustig. Omdat Hij weet dat Zijn Vader voor Hem zorgt, omdat de wind en het water uiteindelijk niet sterker zijn dan Hij. Daar vertrouwt Hij op. Hij vertrouwt op zijn hemelse Vader.
En zo komt Hij vanmorgen ook bij ons, bij jou en bij mij. Al gaat de storm tekeer, je hoeft niet bang te zijn. Al gebeuren er verdrietige dingen in je leven. Al maak je wel eens fouten. Al gaat het wel eens helemaal mis. Je hoeft niet bang te zijn. Want Hij houdt van je. En Hij wil je rust geven. Hem mag je vertrouwen. Hij is bij je, elke dag.
Voorganger in deze viering is pastor Frank Beuger.
Viering zondag 2 juni
EERSTE LEZING: Deuteronomium 26, 5-11
TWEEDE LEZING: 2 Korintiërs 4, 5-12
EVANGELIE: Marcus 2, 23 tot 3, 6
In het evangelie van vandaag wil Jezus de Farizeeën, die hem aanspreken op het gedrag van zijn leerlingen, terugbrengen naar de zin van het sabbatsgebod. En die bestaat er – in éen zin samengevat – uit dat je op de sabbat een heleboel dingen niet hóeft. In tegenstelling tot de situatie in Egypte, waar de mensen zeven dagen per week als slaven moesten zwoegen, heb jij een dag vrij. Om tot jezelf te komen, tot God en tot de mensen om je heen. Een dag, bevrijd van alle dagelijkse lasten en verplichtingen. Een geweldig geschenk. Maar voor veel mensen blijkt het merkwaardig genoeg heel lastig om dit geschenk te aanvaarden.
Sabbat komt van een Hebreeuws werkwoord dat zoiets als “ophouden” betekent. Zeker in onze tijd weten veel mensen niet meer van ophouden. Supermarkten zijn tot ’s avonds laat open. Ook zon- en feestdagen zijn allang niet heilig meer voor onze 24-uurs economie. Anderen nemen hun werk mee naar huis. En zelfs mee op vakantie, laptop of mobieltje moet mee: de baas wil graag dat ik bereikbaar ben. En voordat we het weten zijn we ongemerkt in een psychische variant van Egypte beland, waarin je geen tijd meer neemt voor jezelf, voor de mensen om je heen. Je geestelijke leven of spiritualiteit. Maar de sabbat is er voor de mens, de mens is er niet voor de sabbat.
Waar het Jezus altijd om te doen is die innerlijke, uiteindelijke zin en betekenis. In die zoektocht verzet hij zich, heftig vaak, tegen elke vorm van starheid, formalisme en fanatisme. Maak zacht wat hard is geworden, wat is gestold zodat elke vorm van leven en levensvréugde eruit is verdwenen. De mens is er niet voor de sabbat, de mens is er niet om regels na te leven. De regels zijn er ten behoeve van de mens
Voorganger in deze viering is pastor Frank Beuger.
Viering zondag 26 mei
EERSTE LEZING: Exodus 3, 1-6
TWEEDE LEZING: Romeinen 8, 12-17
EVANGELIE: Johannes 3, 1-16
Het verhaal van vandaag speelt zich af tijdens het feest van Pesach. Dit nachtelijk bezoek van Nicodemus aan zijn collega Schriftgeleerde, Jezus, verwijst zo naar al die andere nachtelijke verhalen in de Bijbel. En het wijst ook vooruit. Vooruit naar dat andere Pasen, naar de nacht waarin Jezus wordt gearresteerd en vooruit naar het sterven van Jezus, waarop het midden op de dag opeens volledig donker wordt.
Het duister van het nachtelijk bezoek van Nicodemus past bij de stemming waarin Nicodemus verkeert. Het gaat er niet om of het nacht is en donker buiten het op straat. Het gaat erom dat het nacht en donker in zijn hoofd is. Nicodemus begrijpt er niets meer van. Hij verlangt naar de morgen, maar het is nog nacht in zijn hoofd. Hij verlangt naar het licht, maar het is nog donker. Hij leeft in een wereld waarin zijn land bezet is door de Romeinen. Waarin mensen hun geloof kwijtraken door de starre orthodoxie, waarin de liefde door alle religieuze regels ver te zoeken is. Nicodemus zoekt een uitweg. En hij krijgt een uitweg van Jezus, maar wat voor een?! Hij moet opnieuw geboren worden. “Huh?”, hoor je Nicodemus denken, “Opnieuw geboren worden?” Hij begrijpt er niets van. De nacht in zijn hoofd maakt het onmogelijk. Hij ziet het niet.
Alleen wie opnieuw geboren wordt, uit water en uit Geest, kan het koninkrijk van God zien. Het gaat om overgave. Om delen. Om leven uit de Geest. Om licht ook. En ontdekken wat er echt toe doet in het leven. Dat is geen optelsom. Dat is geen rationele afweging. Dat is je laten leiden door de heilige Geest. In vuur en vlam komen te staan. Dat is liefde ervaren, ontvangen en geven. Leven in het licht en de nacht achter je laten. Het is je handen openen en brood en wijn ontvangen. Brood uit de hemel, wijn uit liefde geschonken.
Voorganger in deze viering is pastor Frank Beuger.
Taizé viering
De viering van zondag 21 april is een Taizé viering; dus weinig tekst, veel zingen en stiltes.
Bob Wijnbergen en Marian ten Thij gaan voor in deze viering.
De viering begint om 10.00 uur.
Viering donderdag 28 maart
WITTE DONDERDAG
EERSTE LEZING: Exodus 12, 15-20
TWEEDE LEZING: 1 Korintiërs 11, 23-32
EVANGELIE: Johannes 13, 1-15
Jezus en zijn vrienden zijn bij elkaar voor de avondmaaltijd. Het lijkt een gezellig tafereel, maar onheil ligt op de loer. Het is hun laatste avond samen, hun laatste gezamenlijke maaltijd. Jezus weet dat hij binnenkort naar zijn hemelse Vader zal vertrekken, zijn vrienden weten dat nog niet. Daarmee raakt die laatste avond samen aan alle momenten van afscheid. Soms weet iemand dat een samenzijn de laatste keer is, maar kan of wil hij of zij dat (nog) niet kwijt. Maar al weten zijn vrienden nog van niets, Jezus neemt wel afscheid van hen, op zijn eigen manier. Samen liggen zij aan tafel, voor de laatste keer.
Tijdens de maaltijd gebeurt iets. Iets speciaals, waarmee Jezus deze avond en dit afscheid een essentiële betekenis geeft. Ineens, terwijl iedereen aan tafel ligt, staat Jezus namelijk op. Wat gaat hij nou doen? Hij legt zijn bovenkleed af, dat voor mannen een teken van aanzien en waardigheid is. Daarom zullen de beulen Jezus dit bovenkleed bij het kruis ook gewelddadig afnemen. Maar nu legt hij het zelf, omringd door zijn vrienden, af. Wat heeft dit te betekenen?
Als wij van iemand houden, dan leggen wij alles wat wij zijn en hebben, al onze liefde neer bij deze persoon. Dan willen wij alles voor de ander doen, hem of haar zelfs de wereld aan de voeten leggen. Bij God is dit niet anders en dat zien wij in de voetwassing van het Johannesevangelie. Bij Johannes zijn Jezus en God één, in Jezus ontmoeten wij niemand anders dan God zelf, de mens geworden liefde van God. Hij, die groter is dan onze wereld, komt bij Johannes vol en helemaal zelf in deze wereld. En leeft zich dus in zijn liefde helemaal uit, gaat letterlijk liefdevol door de knieën en daalt af tot in het stof. En tot alle viezigheid die aan onze voeten plakt, onze harten en gedachten rommelig maakt en onze zielen vervuilt. Dát gebeurt, als Jezus door de knieën gaat en voeten begint te wassen. Hij geeft zichzelf. Zo heeft hij ons lief.
Nu is het aan ons om Hem na te doen, om ons blijvend te laten inspireren tot zulke daden van liefde. Ook al moeten wij oude en vertrouwde gewoontes en tradities daarvoor opzij leggen, ook al kunnen anderen er aanstoot aan nemen. En ja, soms zal het ook betekenen dat wij daarvoor door de knieën moeten.
Voorganger in deze viering is pastor Frank Beuger.